Verwoed probeer ik een hoopje zand
vergeefs in mijn hand te klemmen
des te harder ik mij erop fixeer
des te sneller ontglipt er mij meer
Zoals een lange wandeling langs de branding
golven en meeuwen hoog en laag
zoals de zee en mijn bestaan
onvoorspelbaar snel en onvoorstelbaar traag
Ik fluister in een schelp
help mij help
tevergeefs luister ik in zijn echo slechts gedwee
het regelmatige ruisen van de zee
Geen mens of meeuw die mij horen kan
aangespoeld zelfs overspoeld
geen zeezoogdier dat weet
wat men met s.o.s. bedoeld
‘k ben verloren in mijn leven
volledig afgedreven
niet gezonken noch verdronken
Simpelweg uit koers geslagen
Sinds lange tijd op drift
Zo met mijn thuishaven in mijn geheugen gegrift
verlang ik hartstochtig naar de goede oude dagen.
– Ken Mergan